Achtergrond
    Per 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet-tijdig beslissen in werking getreden.
    Hierin is vastgelegd in welke gevallen aanvragers recht hebben op een dwangsom als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een aanvraag. Vanaf 1 oktober 2016 is de Wet dwangsom niet langer van toepassing op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob)

    Aanvragen en afhandelen.
    De wet kent termijnen waarbinnen aanvragen moeten zijn afgehandeld. Daarnaast zijn er gronden waarop deze termijn opgeschort/verdaagd kan worden. Het betreft doorgaans complexe aanvragen waarbij bijvoorbeeld veel overleg noodzakelijk is, of aanvragen waarbij Europese subsidies gemoeid zijn met andere behandeltermijnen. De aanvrager wordt hier altijd over geïnformeerd.

    Ingebrekestellingen en dwangsommen
    Als de beslistermijn is overschreden, kan de aanvrager een ingebrekestelling indienen. Als niet binnen 2 weken na ontvangst van de ingebrekestelling alsnog een besluit wordt genomen, begint de dwangsom te lopen. De dwangsom kan oplopen tot maximaal € 1.260,--

    Evaluatie.
    In 2017 zijn 5444 brieven/aanvragen binnengekomen bij de provincie. Hieronder zijn 1596 verzoeken met een risico van dwangsom. Van deze verzoeken zijn 1304 (82%) binnen de wettelijke beslistermijn afgehandeld. Tot uiterlijk 8 weken na termijnoverschrijding komt het aantal afgehandelde verzoeken op 1569 (98,3%). In 27 zaken is de termijnoverschrijding langer dan 8 weken. Desondanks zijn we er in geslaagd om betrokken partijen een goede uitkomst te bieden waardoor in 2017 geen ingebrekestellingen gemeld zijn of dwangsommen zijn uitgekeerd.