Voorziening grondwaterheffing
083186 | Voorziening grondwaterheffing | ||||
Verloop | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Saldo aanvang jaar (1) | 653.650 | 1.120.392 | 1.120.392 | 1.120.392 | 1.120.392 |
Vrijgevallen bedragen (2) | - | - | - | - | - |
Toevoegingen (3) | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 |
Aanwendingen (4) | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 |
Begroot saldo einde jaar (1-2+3-4) | 653.650 | 1.120.392 | 1.120.392 | 1.120.392 | 1.120.392 |
Begrote lasten (5) | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 |
Werkelijke/beoogde lasten (6) | 511.318 | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 |
Begrote baten programma (7) | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 |
Werkelijke/beoogde baten (8) | 978.060 | 700.000 | 700.000 | 700.000 | 700.000 |
Saldo einde jaar (9=1-2+3-4+5-6-7+8) | 1.120.392 | 1.120.392 | 1.120.392 | 1.120.392 | 1.120.392 |
083186 Voorziening Grondwaterheffing | |
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) | De wettelijke taken van de provincie op het gebied van grondwaterbeheer worden gefinancierd met de opbrengst van de grondwaterheffing. De uit de grondwaterheffing voortvloeiende middelen hebben op grond van de Waterwet een specifiek bestedingsdoel en zijn om deze reden niet vrij beschikbaar. Omdat de uit de grondwaterheffing geïnde gelden specifiek moeten worden besteed aan de in de Waterwet genoemde doelen, dienen deze op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten te worden opgenomen in een voorziening inzake van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (artikel 44 lid 2 BBV). Deze middelen kunnen om die reden dan ook niet meer als bestemmingsreserve opgenomen worden en worden met ingang van 1 januari 2016 als voorziening opgenomen. |
Instellingsbesluit | Bij de 1e Bestuursrapportage 2016. Dit naar aanleiding van de controle van de Jaarrekening 2015 in verband met gewijzigde interpretatie van het BBV. |
Portefeuillehouder | Cees Bijl |
Teamleider | Dick van der Velde |
Programma | 4: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer |
Toelichting | De opbrengst van de Grondwaterheffing wordt aan deze voorziening toegevoegd en de lasten m.b.t. deze wettelijke taak worden aan de voorziening onttrokken. |
Wat was in 2017 gepland? | Een bijdrage van de Grondwaterheffing van € 700.000,-- en even hoge lasten t.b.v. regulier onderhoud, onderzoeken, bijdragen aan projecten en vergoeding personeelskosten wegens inzet provinciaal personeel. |
Wat is in 2017 gerealiseerd? | De werkelijke opbrengst van de Grondwaterheffing is € 978.060,--. De werkelijke onttrekking uit de voorziening bedraagt € 511.317,--. Gepland waren activiteiten voor regulier onderhoud en beheer van het grondwatermeetnet, onderzoek en verdrogingsmonitoring natuurgebieden. |
Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen? | De reguliere onttrekkingen zijn iets hoger dan geraamd, waardoor een hogere opbrengst is gerealiseerd. Daarnaast zijn in 2017 5 kwartalen aan inkomsten verantwoord. Dit i.v.m. de voorschriften van het BVV, waarbij inkomsten dienen te worden verantwoord in het jaar waarop deze van toepassing zijn. Eerder werd de bestendige gedragslijn gevolgd door 4 kwartalen als opbrengst te verantwoorden en liepen wij altijd één kwartaal achter. In 2017 is het 4e kwartaal 2016 en heel 2017 als opbrengst verantwoord. Het betreft een incidentele extra opbrengst.De geplande uitgaven vanuit deze voorziening aan de Kaderrichtlijn Water (KRW) doelstellingen zijn (nog) niet gerealiseerd. |
Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen | N.v.t. |